Stop weeshuisstages
Onlangs maakte Nieuwsuur een uitzending over weeshuisstages. Fontys Hogeschool heeft als eerste haar handtekening gezet onder de afspraak dat hun Pedagogiek studenten geen stages meer zullen lopen bij weeshuizen. De aanleiding hiervan is de campagne ‘Stop weeshuisstages’ van Better Care Network (BCN) en Defence for Children (DfC), die aandacht wil vragen voor de schadelijke gevolgen hiervan voor de kinderen.
Ik heb al meerdere blogs over dit onderwerp geschreven, maar voor het geval je die gemist hebt, hieronder nog even een korte samenvatting van het probleem.
Waarom het lezen van dit blog 10 minuten van jouw tijd waard is
Maar eerst nog even waarom je dit blog echt helemaal wilt lezen. Dit is een behoorlijk uitgebreid blog, omdat dit onderwerp veel om het lijf heeft. Het gaat over de rechten van een kind, in een wereld waar veel mis gaat. Ik hoop dat je 10 minuten de tijd neemt om alles te lezen.
Het zal je inzicht geven in ‘de wereld van weeshuizen’ en de verschillende belanghebbenden. We leggen uit waarom wij projecten niet betalen voor het ontvangen van vrijwilligers en stagiaires. Je begrijpt beter waar je op moet letten bij het kiezen van een organisatie als je op zoek bent naar internationaal vrijwilligerswerk of stage. En je krijgt meer achtergrondinformatie dan wanneer je naar een snel gemaakt item op TV kijkt.
“Onder valse voorwendselen geven ouders hun kinderen mee, onder de belofte dat ze een beter leven tegemoet gaan.
Deze kinderen worden vervolgens in een ‘weeshuis’ opgevangen en moeten bijvoorbeeld optredens geven voor toeristen.”
Weeshuis is big business
In sommige landen in Afrika is het starten van een weeshuis vaak ‘big business’. Immers, donateurs en vrijwilligers helpen graag kinderen in nood. De term ‘wees’ is in dit geval ook vaak niet juist, omdat van veel kinderen nog één of beide ouders leven. Ouders die in extreme armoede leven, staan hun kinderen daarom soms af aan een ‘weeshuis’. Zij doen dit bijvoorbeeld zodat hun kind onderwijs en eten krijgt. Ook wanneer één van de ouders een nieuwe partner krijgt, gebeurt het dat kinderen worden afgestaan. De nieuwe partner accepteert de kinderen in het bestaande gezin dan gewoonweg niet. Binnen polygame huwelijken (waar een man meerdere vrouwen trouwt) ‘erven’ overige echtgenotes vaak de kinderen van de andere echtgenote, wanneer zij mocht komen te overlijden. Het komt veel voor dat deze ‘stiefkinderen’ ook zeer slecht behandeld en uitgebuit worden.
Helaas komt het ook voor dat kinderen actief geronseld worden. Onder valse voorwendselen geven ouders dan hun kinderen mee, onder de belofte dat ze een beter leven tegemoet gaan. Deze kinderen worden vervolgens in een ‘weeshuis’ opgevangen en moeten bijvoorbeeld optredens geven voor toeristen. Of het ‘weeshuis’ ontvangt donateurs en (betalende) vrijwilligers waardoor er sprake is van een verdienmodel.
De documentaire ‘Last minute weeshuis’ stelt bijvoorbeeld dergelijke praktijken aan de orde.
Onveilige gehechtheid
Een ander probleem is onveilige gehechtheid bij kinderen die te maken krijgen met veel wisselende verzorgers. Doordat kinderen in hun eerste levensjaren geen vertrouwensband kunnen opbouwen met vaste personen, ondervinden zij hiervan mogelijk hun hele leven problemen met het aangaan van relaties met anderen. Vrijwilligers en stagiaires die telkens kortdurend bij een project meehelpen, vertrekken ook weer. Hierdoor zouden hechtingsproblemen versterkt kunnen worden.
BCN en DfC zetten zich ervoor in om vrijwilligerswerk en stages bij weeshuizen te stoppen. Opvang in weeshuizen moet plaats maken voor alternatieve vormen van zorg. Zoals pleegzorg binnen de gemeenschap, zodat kinderen in een gezin opgroeien.
Laat ik vooropstellen dat ik het volledig eens ben met de standpunten van BCN/ DfC. Ik heb o.a. in Tanzania met eigen ogen gezien dat ‘weeshuis’ directeuren goud geld verdienen aan westerse vrijwilligers die oprecht denken dat ze iets goeds doen. Terwijl er feitelijk sprake was van kinderen overdag ‘wees’ laten spelen en ze ‘s avonds weer naar huis stuurde. Dat zijn natuurlijk schandelijke praktijken. En ik weet ook dat er nog steeds organisaties zijn die samenwerken met dergelijke initiatieven. Helaas.
Het stoppen van het doen van vrijwilligerswerk of stages in weeshuizen is een goede oplossing om bovenstaande ‘projecten’ te voorkomen. Want als niemand er naartoe gaat, is het verdienmodel om zeep.
Ik zie wel een enorme uitdaging bij de implementatie van alternatieve zorgsystemen. En ik vraag me af in hoeverre de kinderen, in instellingen die wél zuivere doelstellingen hebben, hieronder gaan lijden.
Laat ik dat verder uitleggen.
Nooit betalen voor vrijwilligerswerk of stage
Vaak vinden vrijwilligers of stagiaires het een fijn idee als (een deel van) het geld dat zij betalen, ten goede komt aan het project waar zij heen gaan. Die gedachte lijkt logisch, want het project is afhankelijk van donateurs en op die manier halen zij inkomsten binnen. Toch is het niet logisch. Want als een project geld ontvangt voor elke vrijwilliger die daar geplaatst wordt dan is er sprake van een verdienmodel en van financiële afhankelijkheid.
Bij instellingen is het van groot belang dat er vaste verzorgers zijn die de dagelijkse zorgtaken voor de kinderen op zich nemen. Op die manier hechten kinderen zich aan vaste personen. Ontvangt een project veel vrijwilligers, dan is er nog een mogelijk negatief effect. Want als er zoveel hulp (en geld) komt is het aantrekkelijker om geen betaald personeel aan te nemen. De vrijwilliger neemt dan de plaats in die eigenlijk door een betaalde werknemer ingenomen moet worden. Dat is niet alleen slecht voor de kinderen in het project, maar ook voor de lokale werkgelegenheid.
Onafhankelijk
Deze projecten moeten eigen geldstromen hebben en onafhankelijk van de komst -en het geld- van meehelpende vrijwilligers kunnen voortbestaan.
Bij Doingoood werken we met eigen medewerkers in de Afrikaanse landen. Zij bezoeken de projecten met grote regelmaat en weten wat er speelt. We hebben een behoorlijk duidelijk beeld van de geldstromen. Doingoood betaalt een project niet voor de plaatsing van vrijwilligers of stagiaires.
Het overgrote deel van onze projectpartners ontvangt alléén vrijwilligers of stagiaires van Doingoood. We beperken de aantallen, om de goede balans tussen het aantal vaste personeelsleden en vrijwilligers te bewaken.
Daardoor weten wij ook dat het project niet, via de achterdeur, alsnog geld verdient aan vrijwilligers of stagiaires via andere organisaties die hiervoor wél geld neertellen.
Het komt heel soms voor dat projecten toch ineens wel met een organisatie gaat werken die betaalt voor het plaatsen van vrijwilligers of stagiaires. In dat geval betekent dat voor Doingoood tevens het einde van de samenwerking met een dergelijk project. Omdat wij hier echt niet achter staan en het niet aansluit bij onze visie.
Onze projectpartners die wel meerdere internationale vrijwilligers of stagiaires ontvangen zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen, of hebben sponsoren in andere landen die hen af en toe bezoeken. Deze sponsoren plaatsen echter niet structureel stagiaires of vrijwilligers.
“Het is niet logisch om geld aan het project te betalen omdat je er vrijwilligerswerk doet.
Want als een project geld ontvangt voor elke vrijwilliger die daar geplaatst wordt dan is er sprake van een verdienmodel en dus van financiële afhankelijkheid.“
Weeshuistoerisme
In de afgelopen 12 jaar heb ik persoonlijk enorm veel ervaring opgedaan in Afrika, gesproken met mensen en projecten en heel erg veel geleerd. Ik heb in Oeganda gewoond, en ben ook regelmatig langere tijd in een Afrikaans land verbleven.
De ontwikkelingen op gebied van ‘weeshuistoerisme’ heb ik zien opkomen en gevolgd. En de ‘best practices’ hiervan heb ik opgenomen in het beleid van Doingoood.
Alternatieve zorg
Ik zie ook dat er nog een lange weg te gaan is voordat alternatieve zorgsystemen in landen in Afrika goed van de grond komen. En ik vind ook dat vrijwilligers en stagiaires wel degelijk een waardevolle bijdrage kunnen leveren bij kinderprojecten. Onder strikte voorwaarden, daarover verderop meer.
Kindertehuizen helemaal vervangen door alternatieve zorg is echt nog een wereld verwijderd van de werkelijke situatie in veel Afrikaanse landen
Je ziet dat overheden, bijvoorbeeld in Kenia, zich steeds meer bewust zijn van de schadelijke gevolgen van weeshuizen voor kinderen. Een mooie ontwikkeling. Wat ik zelf ook geconstateerd heb in de afgelopen jaren, is dat steeds meer Kenianen open staan voor adoptie. Hierdoor kunnen kinderen opgroeien bij een familie in hun eigen geboorteland. Een geweldige vooruitgang!
3,6 miljoen kwetsbare kinderen in Kenia
Kenia heeft ongeveer 46 miljoen inwoners, waarvan zo’n 42% onder de 14 jaar is. Hiervan worden naar schatting 3,6 miljoen kinderen ingedeeld als ‘kwetsbaar’. Er zijn ongeveer 830 (geregistreerde) kinderopvang instellingen in Kenia. Het geschatte aantal kinderen dat in deze instellingen verzorgd wordt ligt tussen de 40.000 en 42.000 kinderen. Gemiddeld rond de 50 kinderen per instelling. Deze aantallen staan los van het aantal kinderen dat op straat leeft (rond de 300.000). Of in gevangenissen zit, niet omdat ze de wet overtreden hebben, maar omdat ze zorg nodig hebben die er niet is.
‘Vision 2030’ is Kenia’s langetermijn strategie die zich richt op investeren in mensen en het verminderen van armoede en kwetsbaarheid. Een interessant rapport om hierover te lezen is ‘Taking child protection to the next level in Kenya’ geschreven door o.a. Unicef.
Hierin staan de vele uitdagingen beschreven waarmee de regering geconfronteerd wordt bij de implementatie, monitoring en financiering van een dergelijke omslag.
Zichtbaar is wel dat men de boodschap ‘weeshuizen moeten sluiten’ heeft opgevangen, en daar vervolgens naar handelt. Met het sluiten van weeshuizen, zonder dat er een goed alternatief is, wordt het probleem alleen maar groter. En schrijnender voor de kinderen.
“Met het sluiten van weeshuizen, zonder dat er een goed alternatief is, wordt het probleem alleen maar groter.
En schrijnender voor de kinderen.“

Vrijwilliger bij community project in Malawi

Vrouwen in Afrika hebben de zwaarste taak binnen het huishouden

Voorlichting geven over EHBO
Zwarte lijst
In Oeganda is iets vergelijkbaars aan de gang. De overheid heeft hier een ‘zwarte lijst’ gepubliceerd van instellingen voor kinderen die opereren zonder geldige vergunning. Het verkrijgen van een dergelijke vergunning is een ongelooflijk bureaucratisch en ingewikkeld proces en kan wel jaren duren. Onlangs heeft de overheid daarom -zonder pardon- een aantal projecten die geen vergunning hadden gesloten. En de berichtgeving is dat álle projecten gesloten zullen worden. Een grove schatting van het aantal kinderen dat hiermee, alleen al in de hoofdstad, op straat komt te staan: tussen de 6000 en 9000 kinderen.
Natuurlijk vind ik dat instellingen moeten beschikken over de juiste registraties en vergunningen. Tegelijkertijd is het zo dat particuliere initiatieven op dit gebied, wel vaak al voor een groot aantal kinderen verzorgt. Door de radicale sluiting van alle projecten zonder vergunning, (en dat zijn er meer dan met vergunning helaas) komen duizenden kinderen zonder pardon op straat te staan. Van de ene op de andere dag.
Ontbreken van alternatieven net zo schadelijk
Het ontbreekt aan een goede regeling of alternatieven, waarbij gekeken wordt naar het belang van het kind. Toezicht, mankracht en regulering vanuit de overheid op particuliere initiatieven is zó minimaal, dat de overheden het aan zichzelf te wijten hebben dat de situatie uit de hand gelopen is. En ineens is er iemand wakker geworden en wordt er ‘ingegrepen’. Er wordt alleen gekeken naar het wel of niet hebben van een vergunning en niet naar de oprechtheid of effectiviteit van een project.
Een project dat crisisopvang biedt aan zwangere tienermeisjes werd gedwongen om alle meisjes van de ene op de andere dag op straat te zetten. Waar ze heen moesten, dat maakte niet uit. Maar dat het project per direct dicht moest stond vast. Ik ken dit project zelf goed uit de periode dat ik in Oeganda woonde. Ik weet in wat voor wanhopige situatie de meisjes bij dit project zich bevinden. Het breekt mijn hart om te bedenken dat deze meiden nu op straat gezet zijn, zwanger en al. Wat gaat er met deze meisjes en hun baby’s gebeuren?
Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Culturele context
In Malawi sprak ik met een project dat niet doet aan actieve terugplaatsing bij de familie of in de community. Zij hadden hier slechte ervaringen mee. De kinderen buiten de eerstelijns bloedband worden namelijk heel regelmatig enorm slecht behandeld. Ze gaan niet naar school, moeten hard meewerken in het huishouden of doen kinderarbeid. Het project wilde ‘hun’ kinderen daar juist tegen beschermen. Ze bieden hen onderdak en een opleiding, en ook na hun vertrek uit de instelling blijft het contact bestaan.
Een ander project in Malawi had een aantal jonge kinderen teruggeplaatst bij de biologische familie. De familie leefde in extreme armoede en kreeg het kind weer terug onder hun zorg. Bij het opvolgbezoek van de sociaal werker, bleek in een aantal gevallen het kind overleden te zijn. Ondervoeding en ziekte waren hen fataal geworden doordat de familie hierin niet kon voorzien.
Ik zie vaker dat regels van bovenaf bedacht worden en nageleefd moeten worden, puur om het naleven. Hierbij zie ik ook vaak dat er met veel zaken die in praktijk wel degelijk van belang zijn, totaal geen rekening gehouden wordt.
Van de regen in de drup
Bij boardingschools verblijven kinderen gedurende de schoolweken intern. Een aanzienlijk deel hiervan is (half)wees waarbij deze vorm van scholing een verkapte vorm van opvang is. Ook veel schoolgaande kinderen met een beperking gaan naar een boardingschool. Van onze partners in zowel Kenia als Oeganda weet ik, dat schoolvakanties altijd zorgelijke periode zijn. De kinderen gaan in de vakantie namelijk verplicht naar ‘huis’. Vaak is er sprake van een voogd waar ze dan verblijven in het gebied van herkomst.
Na 2 maanden schoolvakantie komt de meerderheid van de kinderen sterk vermagerd terug op school. Sommige kinderen vertonen tekenen van mishandeling. De gehandicapte kinderen hebben in die maanden geen fysiotherapie gehad en vertonen ook lichamelijke achteruitgang.
Ik denk dat je nu wel een idee hebt waarom ik denk dat je niet per definitie kan zeggen dat kinderen altijd beter af zijn in een familie. Hoewel dat natuurlijk wel het geval zou zijn wanneer zij daar met liefde en voldoende zorg omringd zouden zijn.
Hechtingsproblematiek
Ik begrijp dat kinderen, die met wisselende verzorgers te maken krijgen, een mogelijk hechtingsprobleem krijgen. Ik weet ook dat veel lokale verzorgers geen enkel benul hebben van hechting of beschikken over pedagogische kennis. Dat er ontzettend veel verloop is onder verzorgers omdat men vaak weinig betaald krijgt en heel veel uren moet werken. Ik zie dat er bij veel instanties maar 1 of 2 verzorgers zijn voor minimaal 20 kinderen. En dat zij behalve voor de kinderen zorgen ook nog het eten maken, met de hand alle was doen en het huis schoonhouden. Met als gevolg dat kinderen alsnog uren liggen te huilen en niet worden getroost. Of dat zieke kinderen niet de zorg en aandacht krijgen die ze nodig hebben.
En dan vraag ik mij wel af wat erger is: geconfronteerd worden met wisselende verzorgers of geconfronteerd worden met te weinig verzorging. Ik denk dat beiden namelijk een even nadelig effect kan hebben op het welzijn en de ontwikkeling van een kind.
“De algemene ontwikkeling en motoriek van veel kinderen loopt achter bij hun leeftijd.
Het helpen stimuleren van de ontwikkeling en het besteden van aandacht aan deze kinderen vinden wij van toegevoegde waarde bij de projecten.“

Een passende houding van de vrijwilliger is erg belangrijk. Focus op de groep met aanvullende activiteiten en voorkomen van lievelingetjes.
Zorgvuldigheid
Ik vind dat het plaatsen van vrijwilligers en stagiaires bij een kinderproject om grote zorgvuldigheid vraagt.
Dat begint met een zorgvuldige selectie van zowel het project waar men wordt ingezet. Er mag (vind ik) geen sprake zijn van een financieel belang bij de acceptatie van vrijwillige inzet. Het project moet beschikken over een Child Protection Policy. De vrijwilliger of stagiaire moet gescreend zijn (VOG), pedagogisch opgeleid zijn of werkervaring hebben (of gelijkwaardig). En het project moet zelf over vaste medewerkers beschikken die in de basis de zorgtaken op zich nemen.
Bij Doingoood werken we met een aantal projecten dat zich richt op tijdelijke opvang van kinderen. Het doel is om hen binnen een bepaalde tijd te plaatsen in een familie-setting.
Wij vinden de inzet van vrijwilligers en stagiaires hier wel waardevol. Wat we veel zien is dat kinderen hun natje en hun droogje wel krijgen. Het ontbreekt aan aandacht en activiteiten die de ontwikkeling stimuleren.
De algemene ontwikkeling en motoriek van veel kinderen loopt achter bij hun leeftijd. Juist op gebied van het stimuleren van ontwikkeling en het besteden van aandacht aan deze kinderen vinden wij van toegevoegde waarde bij de projecten.
Kennisoverdracht
Daarnaast kan kennisoverdracht zeer waardevol zijn voor lokale medewerkers. Bijvoorbeeld over hechting, ontwikkelingsfasen van kinderen, EHBO, hygiëne en voeding. Al deze kennisgebieden zijn enorm onderbelicht en er valt op dat vlak veel te winnen. Onder de voorwaarde dat men deze kennis ook graag wil opdoen natuurlijk.
Toch wil ik ook daarin een nuance aanbrengen. Namelijk het bewustzijn dat ‘wij’ in Nederland alles benaderen met een westerse blik. Onze criteria, óók op gebied van de omgang met kinderen, is ook deels gestoeld op onze westerse normen en waarden.
Snel gemaakt TV item
Ik had je ook nog beloofd meer vertellen over wat je ziet op TV. Want wees je ervan bewust dat dit vaak snel gemaakte items zijn zonder verder het onderwerp goed uit te diepen. TV makers, zoals we al bij de uitzending van RamBam zagen, lijken graag te willen scoren met populaire onderwerpen. Ik geef je een kijkje ‘achter de schermen’.
Ik werd gebeld op vrijdagochtend 19 oktober, door de redacteur van Nieuwsuur. Of ik wilde meewerken aan hun uitzending van 24 oktober, maar dat moest dan wel vandaag nog gedaan worden. Ik heb de redactie laten weten dat ik op zich graag in gesprek ga over mijn visie en standpunten. Maar dat dit een onderwerp is dat juist zorgvuldige aandacht nodig heeft en niet geschikt is voor een snel gesprekje over de telefoon op vrijdagmiddag. Nooit meer iets op gehoord.
Een collega organisatie werd gebeld door de redactie met de vraag ‘Hebben jullie even een weeshuis in Suriname voor ons waar we kunnen filmen?’
Celine Verheijen, die in het item van Nieuwsuur aan het woord komt namens Better Care Network, is een half uur geïnterviewd. En wat zie je terug; slechts een paar uitspraken die zij gedaan heeft en die daardoor niet in de volledige context worden getoond.
Jammer.
Vereniging Volunteer Correct
Gelukkig ben ik niet de enige die een visie heeft op verantwoord internationaal vrijwilligerswerk en stages. Stichting Volunteer Correct presenteerde in 2016 voor het eerst hun ‘Transparantie Index’ waarmee ze bemiddelende organisaties tegen de meetlat legden. In 2017 presenteerden zij opnieuw een meting.
Inmiddels heeft een aantal zendende organisaties, dat het belang van verantwoord internationaal vrijwilligerswerk en stages onderschrijft, zich verenigd. Momenteel zijn we in de laatste fase van de oprichting van Vereniging Volunteer Correct.
Binnen de vereniging wordt gewerkt aan een gezamenlijk normenstelsel waaraan de leden (zendende organisaties) zich houden.
Better Care Network/ Defence for Children was gevraagd om deel te nemen aan de eerste vergadering, die afgelopen week plaatsvond. Hierin vergaderde een werkgroep, waarin ook Doingoood plaats heeft, over het thema ‘vrijwilligerswerk en stages bij kinderprojecten’.
Het was een constructieve meeting waarbij er geen sprake was van ‘concurrentie’ tussen de organisaties onderling. Iedereen zat er met hetzelfde doel: we willen samen werken aan verantwoord internationaal vrijwilligerswerk. En als dat voor Doingoood betekent dat wij ons beleid verder moeten aanscherpen, dan doen wij dat. Het idee is om ons niet alleen maar aan de afgesproken normen te houden, maar ook aktief mensen te informeren. Bijvoorbeeld over thema’s zoals ‘weeshuistoerisme’. Want als mensen meer kennis hebben, kunnen ze betere beslissingen nemen.
Aandacht van de overheid
Inmiddels maakt ook de VVD zich druk over dit onderwerp, blijkt uit dit artikel in de Volkskrant. Kortom, van alle kanten is er aandacht voor zorgvuldigheid bij het werken met kwetsbare doelgroepen. Juist óók van de kant van de zendende organisaties. Want ga er maar vanuit dat een goed deel van de vrijwilligersorganisaties hun werk vanuit het hart doen. Op een zo goed mogelijke manier. En dat iedereen open staat om steeds meer te leren en dit door te voeren in hun beleid.
En zo zorgen we met elkaar dat de wereld er een stukje mooier op wordt. Want met die insteek zijn we ooit begonnen te doen wat we doen. Althans, ik wel. Ik heb mijn organisatie niet voor niets ‘Doingoood’ genoemd.
Reageren?
Heb jij ook inhoudelijke een bijdrage aan dit onderwerp? Heb je vragen, kritiek of aanvullingen? Je bent van harte welkom om je reaktie te sturen naar ineke@doingoood.nl.
Wij beschouwen Doingoood als en lerende organisatie en staan altijd open voor nieuwe inzichten en onderbouwde suggesties of aanvullingen.